LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht:

Eerste zin: Dit is allemaal min of meer waargebeurd.
Maximaal 500 woorden.

Station

Dit is allemaal min of meer waargebeurd.
Corinne kwakte haar kleren in de weekendtas. Een grote bende werd het, maar het kon haar niet schelen. Elk moment kon Thea thuiskomen en dan moest ze weg zijn. Als ze haar tegenkwam, zou Thea zich aan haar vastkleven, zou ze haar verlammen. Dan zou ze blijven. Bij dat karkas met een teint als een vampier die elke  avond meer moeite had uit haar doodskist te stappen, bij die neuroot die leefde op valium en al twaalf jaar in therapie zat.
De rits van haar tas zat vast. Ze rukte er aan, maar ze kreeg hem niet los. Dan maar zo. Ze nam de tas bij de hengsels en verliet de flat.

Ze keek niet om. Wat haar betreft kon het flatgebouw nu afbranden. Nog even en ze was deze wijk voorgoed uit. Vrij zou ze weer zijn, eindelijk weer alleen.

Op het perron zette ze de tas neer. De trein zou over tien minuten komen. Ze draaide een shaggie en rookte gulzig.
Vijf minuten nog. Plotseling hoorde ze geroezemoes. Mensen op het perron stootten elkaar aan en wezen in de richting van de trap. Thea stampte het perron op. De menigte  week uiteen, toen ze in Corinnes richting liep. In haar rechterhand had ze het vleesmes. Zelfs voor Thea ging dat ver. Weer zo’n operavoorstelling. Ze had er zoveel gezien de afgelopen twee jaar. Thea die een pot met pillen leeggegeten had, Thea die twee weken niets meer at omdat ze ergens gelezen had dat een mens, net als elk ander dier, van de zon alleen kon leven. Altijd Thea, overal Thea.

Nu schreeuwde ze: “Vuile hoer! Liggen beffen met dat wijf en er dan vandoor gaan als het te heet onder je voeten wordt. Lafaard! Sul!”
Corinnes mond werd droog.  Thea stond zo’n drie meter van haar af en maakte stekende bewegingen. Corinne deed een stap achteruit.
“Dood ga je!” ging Thea verder, “Hartstikke dood, je verdient niet beter!”
Vanuit de verte klonk het geluid van een naderende trein. Dat moest de intercity naar Amersfoort zijn. Eén tel, dacht Corinne, één korte tel moed. Corinne liep op Thea toe en zwaaide met haar armen. Thea bleef steken.
“Weg daar, psycho-junk, laat me met rust, ik heb er geen zin meer in,” zei Corinne.
De trein was nu vlakbij. Nog een keer zwaaide ze met haar armen. Ze lette erop dat ze Thea vol raakte. Een klein tikje was het, maar Thea viel van het perron, vlak voor de trein.

Corinne draaide zich om en verliet het station. Ze kon beter met de bus gaan.