LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Sara

Ik loop naar de plek die Hij mij heeft gewezen. Sara huppelt mee aan mijn hand. Ze zingt en af en toe kijkt ze omhoog, naar mij. Daar, op de tafeltennistafel bij school, moet het gebeuren. De zak met barbecuekolen lijkt ineens zwaarder. Maar ik moet doorgaan. Eerst slachten, dan branden. Mijn loden voeten schuifelen naar het schoolplein. Ik durf niet naar Sara te kijken.

Sara, je moet gaan liggen op de tafel. Waarom, mama zegt ze ze kijkt me aan ik kan haar blik niet langer ontwijken ik blijf kijken zie die zachte ogen het vertrouwen. Maar God wil het, mijn kind, Hij wil je terug in de hemel. Ze zegt ok, klimt op de tafel.

Ik leg de kolen om haar heen en ze giechelt. Wat een raar spel. Waar blijft Gods stem. Of die van één van zijn engelen. Abraham heeft Hij toch geroepen op het laatste moment, want Hij wil niet dat wij kinderen offeren. Maar het blijft stil.
Ik neem het mes uit de boodschappentas. Vanochtend heb ik het geslepen. Waar is de hemel nu mama. Sara kijkt naar de lucht. Ga ik vliegen. Ik heb het mes breng het naar haar hals te langzaam het moet in één haal maar ik wacht op de stem die me stopt Sara glimlacht.
Een kleine druppel bloed vloeit uit haar hals. Ik gooi het mes van me af over de tegels. Grote ogen, je deed me pijn. Kom, we gaan naar huis. Nog steeds geloof ik niet genoeg. Moge God me bewaren.