LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht:
De bloedmaan moet op de een of andere manier voorkomen.
Maximaal 300 woorden.

Bloedmaan

Thérèse was om drie uur ’s nachts opgestaan en in de tuin gaan zitten. De stemmen van de dag waren, zoals zo vaak gebeurde, door haar kop blijven galmen. Ze had wel wat geslapen maar onrustig. Steeds was ze wakker geworden en dan waren ze er weer: de harde stemmen, het gefluister, het geschreeuw, de opgefokte stem uit de radio. Overal waren die nietszeggende trillingen van lucht, die bij haar binnendrongen en bleven hangen.

Aan de hemel bloedde de maan de herrie van de dag uit. De donkere plekken in het rood waren wonden door het gebeuk van stemmen op het hemellichaam.
In de verte hoorde ze de snelweg als een ruis van de zee. Ze zakte dieper in de tuinstoel: ze was op het verlaten strand van een eiland en nooit zou ze er weggaan. Zo was het goed, zo moest het altijd zijn.

De keukendeur van de buren vloog open en klapte tegen een afvalbak. Thérèse schoot overeind.
“Kijk, ma, hij is helemaal rood! Mooi, hè?” gilde het buurmeisje. “Mama, mama, kom eens kijken!”
“Ik kom zo! Als de thee klaar is!” riep de buurvrouw.
“Ik wil een telescoop, mag ik een telescoop?”
“Niet zeuren! Je mag al opstaan om te kijken naar de maan, dan moet je niet doorgaan.”
“Mag ik oma bellen? Die moet ook kijken.”
“Oma slaapt. Die mag je niet wakker maken.”
In de keuken viel een glas kapot.
“Godver!” riep de buurvrouw.

Thérèse stond op en ging naar binnen. In bed stopte ze haar hoofd diep weg onder haar kussen.