LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht:
Iemand ziet een wit laken voor een huis liggen. Maximaal 300 woorden.

Maagd

Toen Bertha met de kan koffie bij het huis van haar pasgetrouwde dochter aankwam, zag ze het laken voor het huis liggen. Als een tafelkleed voor een belangrijk diner lag het daar uitgespreid: zonder kreukels of vouwen, smetteloos wit. Wat deed dat ding daar? Ze gingen toch niet nu al de buitenboel schilderen?
Ze belde aan. Een minuut bleef het stil, maar net toen ze nog eens op de bel wilde drukken, schoot de deur open. Herma verscheen met bloeddoorlopen ogen en dikke wallen onder haar ogen. In haar linkervuist omklemde ze een zakdoek.
“Ik ga scheiden!” riep ze huilend. Ze wees naar het laken. “Kijk dan!”
“Ach, kind toch…Wat zou ik moeten zien dan?”
“Herma! Laten we praten!” riep Kees ergens vanuit het huis.
“Nee!” antwoordde Herma.
“Maar wat is er toch?” vroeg Bertha.
“Hij heeft me bedrogen en gekwetst. Moet je nou zien.” Weer wees Herma naar het laken. “Geen bloed. Niks. Hij is op onze huwelijksnacht in slaap gevallen. De nacht van ons leven.”
Dus ze had het idee van het huwelijk ingaan als maagd en vervolgens in de huwelijksnacht vervolmaakt te worden nog steeds niet losgelaten. Die jeugd van tegenwoordig ook. Bertha had het woord maagd nog net niet hoeven opzoeken in het woordenboek, maar ze kon zich niet herinneren dat ze het ooit was geweest.
Herma bleef brullen tot Kees, bleek en rillend, in de deuropening verscheen. Zonder hem aan te kijken, draaide ze zich om en beende ze het huis in.
“Ik was kapot,” zei Kees. “Ik ben op de bank in slaap gevallen.”
“Geeft niet, jongen. Ze trekt wel bij.” Bertha hoopte maar dat dat waar was. “Kom, we gaan wat drinken tegen de kater .”
Gearmd liepen ze naar het café op de Grote Markt.