LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht
Beschrijf een personage aan de hand van de eerste indruk, ruimte en een gebaar (ieder stukje maximaal 250 woorden

Mirte en Pleun

#  Eerste indrukk
Toen ze wakker werd, brandden de TL-buizen nog. Het licht bescheen genadeloos de  kleding op de grond en de vuile mokken op haar bureau. Ze zou moeten opruimen nu ze tijd had, ging het door haar heen, maar ze bleef op de rand van haar bed zitten.
De laatste dagen was ze nauwelijks thuis geweest. Eergisteren was ze de hele dag kwijt geweest aan de begrafenis van haar moeder en gisteren had ze lang aan de tafel voor Mirte gewerkt.
Het meubelstuk was van nieuw eikenhout . Uren had ze besteed aan het glad polijsten.  Tot diep in nacht had ze naar de tafel gekeken, maar ze was niet tevreden over haar werk. Dat ene speciale dat ontbrak daagde wel, maar vormde zich niet.
Vanuit de aula klonk onritmisch gebonk. Sinds enkele weken begon Sjaak  steevast om vijf uur ’s morgens te drummen. Dat verdreef de demonen van de nacht, zei hij. De laatste tijd werd ze wakker voor hij ging spelen. Het was hinderlijk en het putte haar uit, maar je moest elkaar iets gunnen. Wonen in dit afgedankte schoolgebouw gaf tenslotte veel vrijheid: geen buren die kwamen klagen, veel ruimte, eigen ateliers.
Sjaak sloeg nog harder dan anders op zijn drumstel. Zeker veel demonen te verdrijven vannacht.  Ze bedekte haar oren met haar handen. Misschien werd ze te oud voor deze manier van leven.

# Ruimte
Toen Mirte de keukendeur achter zich sloot, zakte Pleun dieper in de relaxstoel.  Ruime kamer was het. Lang zo groot niet als haar klaslokaal, maar voor een rijtjeshuis was het toch een behoorlijke oppervlakte. Boeken waren er niet. Zelfs kranten en tijdschriften ontbraken.
Het duurde even voordat Pleun zag dat alles grijs was: de stoel waarin zij zat, de tafel met de zes stoelen erom, de vloerbedekking dat op een soort zeil leek en ook de salontafel. Het glazen blad daarvan was donker. Ze keek erin: pieken haar stonden als wortels op haar hoofd. Shit. Vergeten een kam door haar haar te halen voordat ze op pad ging.
De volgende keer moest ze een bloedrood waxinelichtje meenemen voor op de salontafel. Dat was tenminste wat. Ze moest er wel aan denken dat bij de Bijenkorf te kopen, want de meubels hier zagen er duur uit. Er was veel glanzend metaal gebruikt. Het zag eruit alsof iemand elke dag alle stoelen en tafels van onder tot boven boende. Dat zou Mirte zelf toch niet doen, met al die begrafenissen.
Het leek hier op een aula van een uitvaartonderneming. Er kon zo een kist met een overledene ergens in een hoek staan. Ze huiverde bij de herinnering aan haar moeder, die er een paar weken geleden zo bij had gelegen.
Ze maakte zich zorgen over het eten dat ze straks voorgeschoteld zou krijgen. Het was vast vis met een roomsaus en witte asperges. Ze kreeg zin in een tomaat.

#Gebaar
Mirte liep kaarsrecht en langzaam voor de ronde kist uit. Alsof tromslagen haar begeleidden, zo regelmatig waren haar stappen. Haar haar golfde in hetzelfde ritme op haar schouders.
De stoet volgde haar. Het was een luidruchtig gezelschap geweest in de aula. Ze hadden gezongen,  gedanst en geschreeuwd alsof ze zo de angst dat zij de volgende dode zouden zijn konden bezweren.
De statigheid van Mirte sloeg ze die hoop uit handen. Ze hadden maar te volgen in haar tempo. Daarmee werd duidelijk dat niemand zijn tred zelf bepaalde. Nee, alles kwam van buiten, marionetten zijn we of nog eerder stof in de wind.
Het graf was een enorme kuil, wat logisch was want anders paste de kist er niet in. Zelfs een deel van het pad was afgegraven.

Mirte liep naar de kuil tot ze op één meter afstand van de rand was. Toen wankelde ze. Er was niet meer te zien dan een lichte huivering aan de linkerzijde van haar lichaam, maar Pleun had die opgemerkt.