LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht:
Een stijlfiguur: in dit geval een deskundige die een naderende ramp ontkent en achteraf te maken heeft met het opheffen van cognitieve dissonantie
Maximaal 500 woorden.

De aardbevingen

Prof. Dr. Hermine de Cleume zat op een boomstronk aan de rand van de Veluwe. Ze keek naar het grote gat in het Westen. In de verte schoot af en toe een grote vlam omhoog. De poort van de hel, dacht ze, maar ze riep zichzelf tot de orde: ze moest zich niet laten meeslepen door emoties en retoriek.
Om haar heen liepen mensen als zombies heen en weer. De hulpverleners uit Duitsland en Polen hadden zich in de menigte gemengd en deelden water en dekens uit. Waarom in godsnaam dekens? Het was bloedheet. En dan water in een land waar water genoeg was, zeker nu de dijken rondom het IJsselmeer doorgebroken waren.
Dat dramatische gedoe altijd. De mensen moesten de schouders eronder zetten en de boel weer opbouwen, want gebeurd was nu eenmaal gebeurd.

Talloze keren had ze in actualiteitenprogramma’s uitgelegd dat Nederland niet kon worden getroffen door aardbevingen, omdat het gebied nu eenmaal niet aan de rand van een tektonische plaat lag.  Dat er de laatste weken bevingen waren in Groningen, Utrecht en Amsterdam was te wijten aan een toevallige samenloop van omstandigheden. Aan die in Groningen moesten de mensen zo langzamerhand gewend zijn, want die kwamen  regelmatig voor. Dat Hoogh Catharijne in Utrecht was ingestort, kwam doordat het winkelcentrum bouwvallig was. Een storm had die ruïne ook omver kunnen blazen en die trillingen waren inbeelding geweest. Amsterdam stond nu eenmaal in de modder, dus zo gek was het niet dat Oud-Zuid onder de drab verdwenen was. Het hoorde allemaal bij verschijnselen die je kon verwachten in dit land.

Jeroen Pauw hurkte naast haar neer. Hij had geen microfoon bij zich, dus ze was niet in de uitzending. Jammer, maar dat kwam dan later wel.
“Mevrouw De Cleume, uw inschatting was niet helemaal correct. Dat mag ik toch wel stellen?”
De etterbak! Altijd een steek onder water.
“Dat was het wel,” zei ze, terwijl ze kalm probeerde te blijven. “Er is sprake geweest van een kosmische rilling. Die komen voor, zij het niet al te vaak. De laatst bekende was zo’n tien miljoen jaar geleden.”
“Het leek anders verdomd veel op een aardbeving, of een serie aardbevingen. Ik zag de grond achter me openscheuren toen ik naar de Veluwe reed.”
Ze moest zich echt beheersen. Het liefst had ze het eigenwijze kliertje een klap in zijn gezicht gegeven.
“Dat mag zo zijn, meneer Pauw, al vraag ik me af of u werkelijk gezien hebt wat u beweert. Mensen zien wel vaker vreemde zaken in stresssituaties. Maar ik zeg u, nu voor de laatste keer hoop ik: aardbevingen komen niet voor in Nederland.”
“En toch zijn er miljoenen doden. Nederland bestaat in feite niet meer. Van Russische en Duitse collega’s heb ik begrepen dat alleen Gelderland en Twente nog min of meer overeind staan.”
“Ik kom de situatie graag uitleggen in uw programma, maar nu moet ik verder.”

Ze stond op en liep in Oostelijke richting. Ze moest zo snel mogelijk in Berlijn of Moskou zien te komen. Daar zou ze een fundament onder haar theorie over de kosmische rilling kunnen leggen.