LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Opdracht:

Een verwerkte tegeltjeswijsheid van Paul Coelho

Huwelijkstroebelen

Er komt een tijd in elk huwelijk dat je man bij het meubilair hoort, dacht Greet. Sam zat tegen een boom die onderdeel was van de afscheiding van hun woning. Hij staarde voor zich uit en dronk bier. Zo zat hij elke avond bij het vallen van de schemering.
Drie weken geleden waren ze getrouwd. Ze hadden elkaar ontmoet bij de soepuitdeling van het Leger des Heils en nog diezelfde avond hadden ze elkaar een ring uit haar voorraadje aan de vinger geschoven.
Getrouwd zijn was niet gemakkelijk, daar was ze nu wel achter. Sam snurkte soms zo erg, dat ze bang was dat late wandelaars in het park hem zouden horen. Hij had zijn slaap nodig, want hij maakte lange dagen.  Je kostje bij elkaar scharrelen viel niet mee, nu in bijna elke supermarkt zo’n bewaker stond. Het snurken kon ze hem dus nog wel vergeven, maar met zijn drankgebruik had ze meer moeite. Hij dronk wel twaalf blikjes bier op een avond en overdag vast ook nog wel een paar met zijn maten in het winkelcentrum.
Drinken, daar begon ze niet aan. Dan lag je zo in de goot en daar kwam je niet meer uit. Zij wilde een beter leven, misschien een kamer. Daar spaarde ze voor. Gouden ringen en andere sieraden die ze kon vinden in het uitvaartcentrum.
“Ooit heb ik betere tijden gekend.”  Sam pulkte in zijn oor en schoot een propje oorsmeer weg.
“Je schiet er niks mee op, Sam, om dat steeds maar te herhalen. Neem mij nou. Ik werk aan mijn toekomst. Je moet een doel hebben in het leven.”
“En dat noem jij werken, ouwe lijkenpikker!” Hij zakte nog verder onderuit en trok zijn zesde blikje bier open.
Ze moest maar gaan scheiden. Morgenochtend, als hij nuchter was, zou ze het hem zeggen. Met een man, die geen respect voor haar had, wilde ze niet leven.