LEZEN EN SCHRIJVEN

Verhalen en gedichten van Petra Oomen

Waarom vrouwen niet geschikt zijn voor de oorlog - 28-1-2014

Onlangs las ik een artikel in Trouw over de achterstand van vrouwen in het leger. Ze worden niet of nauwelijks ingezet bij de gevechtseenheden, terwijl het uitgangspunt, net als in andere sectoren,de gelijke behandeling van man en vrouw is. Een tegenwerping was dat vrouwen niet voldoende fysieke kracht hebben om al dat rennen met volle bepakking over slagvelden vol te houden.
Dat lijkt me nauwelijks een belemmering met de huidige moderne middelen, dus daar zit het hem het niet in. Eerder lijkt mij het niet zo handig om een hele generatie vrouwen in de vruchtbare leeftijd op te offeren.  Als je de keuze hebt, kun je daar beter mannen voor nemen. Het demografisch verlies op langere termijn is dan minder groot. Maar er zijn andere, dwingender redenen waarom je vrouwen niet moet inzetten in een oorlog.
Allereerst zijn ze niet romantisch genoeg. Neem nou de eerste wereldoorlog, elke dag in het nieuws deze dagen omdat het begin daarvan alweer honderd jaar geleden is.  Vlak voordat de legers ten strijde trokken, waren er heel wat jonge mannen die zich juichend gingen aanmelden bij de rekruteringbureaus. Sterven voor het vaderland en de eer, het keizerrijk zou winnen of glorieus ten onder gaan.   Die hang naar strijd, kameraadschap en eer is niet iets van vroeger. Dagelijks zijn in het nieuws grote groepen dolenthousiaste mannen zien, die gelukzalig juichend met hun Kalashnikovs in de lucht zwaaien.  Ze hoeven niet eens aan de winnende hand te zijn want ze vechten voor een goede zaak. Wat zeg ik? Voor de enige juiste zaak, want ze weten altijd precies wat die is. Je zou denken dat ze daarop terugkomen als ze doorkrijgen wat er met je gebeurt in zo’n oorlog, want je kameraden aan stukjes langs de kant van de weg zien of zelf al je ledematen verliezen zou toch enigszins ontnuchterend moeten werken. Maar nee: als ze in leven blijven, blijven ze hun oorlog hun leven lang koesteren.  Kijk maar op 5 mei, als al die oude mannen trots behangen met medailles paraderen langs prins of koning.
Vrouwen zijn daarvoor te praktisch ingesteld. Ze beseffen meteen dat er weinig heroïsch is aan rotten langs de kant van de weg of in stukken uiteen gereten de woestijn ingesmeten worden. Mooi, vaderland en eer, maar geef hun portie maar aan fikkie. Ze hebben wel wat beters te doen en dood of zwaar verminkt heb je trouwens weinig aan al die glorie. Er is één reden waarom vrouwen zouden vechten tot ze erbij neervallen en met alle middelen die ze kunnen verzinnen, hoe smerig ook. Dat is als hun kinderen bedreigd worden. Rennen met  zware bepakking is dan geen enkel probleem, ze gaan door tot hun kroost veilig is.
Vrouwen zijn meer gericht op samenwerking. Stel dat de vrouwen honderd jaar geleden naar de loopgraven waren gestuurd.  Zouden ze vier jaar in die modder zijn blijven liggen? Beslist niet. Ze zouden binnen een week beseffen dat de vijand in die andere loopgraven dezelfde belangen heeft als zij, namelijk hoe kom ik hier zo snel mogelijk ongeschonden weg. Ze zouden vriendschap sluiten met de tegenpartij en echt niet alleen met de kerstdagen.  Na verloop van tijd, misschien zou het een paar maanden duren, zouden ze niet meer vechten of tenminste niet al te fanatiek. De officieren konden zo hard schreeuwen als ze willen, ze zouden het gewoon niet meer doen.
Die oorlog had dus nooit lang kunnen duren. Die was stuk gelopen op gebrek aan vijandbesef bij de troepen van beide kanten.
Dat gold vroeger, en dat geldt nog steeds.  Vrouwen moeten meestal de puin ruimen die zo’n oorlog aanricht, dat weten ze maar al te goed. En ze hebben er meer last van: zij moeten aan eten zien te komen, hun kinderen zien te kleden en hun doden begraven. Dat weten ze maar al te goed, en omdat ze een groter inlevingsvermogen hebben dan mannen, beseffen ze eerder wat ze anderen aandoen als ze een bom op een stad loslaten.
Los daarvan zouden vrouwen niet het geduld hebben om zo lang te wachten tot er weer wat gebeurt, want dat is natuurlijk het wezen van oorlog: wachten op een aanval, uitkijken of er al wat aan komt.
Oorlogen zouden geen stand houden als ze door vrouwen werden gevoerd.  Mannen houden van oorlog, vrouwen niet, want het levert ze niets op. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd. ‘Interessant, maar ga verder,’ denken ze als er weer eens een oorlog uitgeroepen wordt en ze gaan door met wat ze aan het doen waren.