Prediker
Prediker
Wappert de maandag de wind
De lakens de onderbroeken
Smetteloos wit gekookt
Hoe hoger het vuur gestookt
De geur van warme zeep
Schuimkokend de ketel
Wringend de vrouwenhanden
Donker water in de goot
Schoon de kleren, deze week
Toch gaan we allemaal dood